Miljoenpoten en een rolpissebed

Hoe loopt een duizendpoot? Heeft een miljoenpoot echt zoveel poten? Struikelen deze beestjes wel eens? Waarom heten pissebedden zo en kruipen ze echt in bed? Pas op… die zwarte loopt weg! Hé, nog een kever!

Al bij het binnenkomen in de Veldschuur zijn de kinderen van de Regenboog en PiusX niet te houden. Op de voorste rij wordt opgewonden gewezen en geroepen, ook naar de kinderen op de tweede rij, die eigenlijk niets zien. “Zie je deze…, dat is een …?” Het feest van de bodemdieren is begonnen.

Op de flap-over staan de belangrijkste punten van het lesje bij elkaar. De tafel staat gedekt. Jampotten met gaatjes en grond, met verschillende soorten beestjes erin: wormen, slakken, pissebedden, kevers, miljoen- en duizendpoten en mieren. Een mol ontbreekt en spinnen laten zich in het voorjaar nog moeilijk vangen. Er staan ook insectenpotjes met vergrootglas en de naam van het bodemdier erop.

De potjes gaan rond langs de groepjes. Ze worden dicht bij het oog gehouden, een beetje geschud en doorgegeven. Er wordt gekeken, gewezen en geroepen: “Zie je deze en daar nog een!” Het verhaal van de pissebedden wordt niet opgepikt. Dat die vroeger in gemalen vorm door de pap gingen en dienst deden tegen het bedplassen. “Weten we. Daar hebben we het op school al over gehad”, zegt een jongen. Een paar knikken instemmend.

Na de instructie worden buiten de uien geplant. Hoe dat precies moet, is toch ingewikkeld om helemaal te onthouden. Een rijtje van tien. Maar waar precies gezet, met hoeveel tussenruimte en… met ‘het friemeltje omhoog’ onder gegiechel. De meetlat is onontbeerlijk. “Maar dat is wel rekenen”, zegt er een. De rechterduim gaat de grond in om plaats te maken voor een plantuitje. Sommigen vergeten het vervolg: “Klaar!”

De kinderen die echt klaar zijn, gaan naar de composthoop om nog wat insecten te zoeken. “Wat is dit?” De kinderen weten inmiddels dat ze dat aan José moeten vragen: “Oh, dit is de rode fluweelmijt, en dit een vuurwants, en dat een rolpissebed. De kinderen kijken bewonderend omhoog en zetten de beestjes weer op hun plek terug. De pissebed zit er opgerold wat wezenloos bij te kijken. Een regenworm wordt uiteindelijk in het eigen tuintje gezet. “Om gangen te maken… goed voor de grond”, is de toelichting.

Bij de afsluiting zijn de gevierendeelde peren bijzonder in trek. Slechts vijf kinderen proeven een kleiner stukje.

Jan de Moor

 

 

Archief van Nieuwsberichten

Klik op een foto voor een groter exemplaar.

© 2024

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑