Kraamtijd voor de kraamwebspin

Kraamwebspinnen zijn forse spinnen met een lang lichaam. In rust strekken ze de voorste 2 pootparen aaneengesloten naar voren en zie je ze zonnebaden op een groot blad. Ze zijn vrij jagend, dat wil zeggen dat ze jagen in lage vegetatie en op de grond en niet met een web. Hierbij trekken ze een kort sprintje bij het ontdekken van een prooi.

Voor de paring biedt het mannetje een ingepakte prooi aan voor het vrouwtje. Dit is zelfbescherming! Want als het vrouwtje aan het eten is zal ze het mannetje niet opeten tijdens de paring. Hierbij staat het mannetje hoog zijn poten en biedt zijn “bruidschat” aan.

Spinnen moeten extra veel moeite doen om hun eieren te beschermen: de eitjes zijn heel gevoelig voor uitdroging. De spin maakt een cocon dat een beschermlaagje vormt. De ronde eicocon wordt ongeveer 2 weken door het vrouwtje meegedragen, ze houdt de cocon goed tussen haar kaken vast en draagt hem zo onder haar lichaam mee. Wanneer de jongen op het punt staan op uit te komen, bouwt het vrouwtje een koepelvormig web. Het woord ‘web’ in zijn naam heeft deze spin te danken aan het vrouwtje, dat een koepelvormig spinsel weeft: het kraamweb. In deze kraamkamer bevestigt ze de eicocon. Als het tijd is dat de spinnen uitkomen dan bijt ze voor een klein gedeelte de cocon open wacht dan rustig af bij de ingang van het raamweb. De uitgekomen jonge spinnetjes blijven in die kraamkamer tot ze voor de eerste keer gaan vervellen en gaan dan hun eigen weg.

Sandra Brookman-Bak, natuurgids Lingewaard Natuurlijk

Klik op de foto voor een groter exemplaar.

Foto: Sandra Brookman-Bak.

Archief van Nieuwsberichten

© 2024

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑